Deze column staat in Het Financieele Dagblad van 10 januari 2019. Volg deze link voor mijn eerdere FD columns.
Eens in de vijf jaar staat het hoogtepunt van de westerse democratische samenleving op de agenda. Eind mei 2019 bepalen circa 375 miljoen stemgerechtigde EU-burgers de koers van de Europese Unie tot 2024. De kiezer krijgt nogal existentiële kwesties voorgeschoteld, zoals klimaatverandering, immigratie en de toekomst van de EU, nu de Britten het schip verlaten en wij zijn omgeven door wereldmachten met tamelijk autocratische leiders aan het roer.
Op één existentieel dossier biedt de Europese politiek de kiezer geen keuze. In razendsnel tempo verandert kunstmatige intelligentie (AI) onze samenleving. Een menswaardig bestaan is in toenemende mate afhankelijk van zelflerende algoritmes en de keuzes die computers maken. Denk aan de kans op een baan, op een woning, wie in een oorlogssituatie een raket op zich krijgt afgevuurd en wie aan de grens überhaupt de Unie mag binnenkomen. Waar de Verenigde Staten, China en Rusland al jaren een geslepen industriepolitiek voeren rondom AI, heeft de EU pas afgelopen jaar met wat vage persberichten, plannen en geld van zich laten horen. Te laat, te weinig en met name te flets. Maar beter laat dan nooit. Europese politici moeten daarom van AI een centraal verkiezingsthema maken en hun visie hierop presenteren. Continue reading 60e FD Column: Maak kunstmatige intelligentie centraal thema bij de Europese verkiezingen