Deze column staat in Het Financieele Dagblad van 7 januari 2021 onder de titel ‘Ook in biotech is cybersecurity een levensgroot risico’. Volg deze link voor mijn eerdere FD columns.
Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad
In het kort
* DNA kun je, net als software, opslaan, printen en hacken
* Risico’s cybersecurity in biotech zijn juist in coronatijd zeer groot
* Reguleren staat helaas nog in de kinderschoenen
Hoe meer we te weten komen over genetica, des te meer lijkt de code van ons leven zich als computercode te gedragen. DNA, RNA en de andere bouwstenen van levenden organismen lenen zich, net als software, ook goed voor hacking, goed- en kwaadschiks.
Het eerste wereldwijd geaccepteerde coronavaccin van BioNTech en Pfizer hackt de standaardbeveiliging van ons immuunsysteem met een iets aangepast molecuul, een Nobelprijswaardige biohack die alles wegheeft van de phishing e-mail die uw firewall en spamfilter weet te omzeilen.
Maar naarmate de werelden van biologie en computers inniger vervlochten raken, doemen welbekende risico’s van cybersecurity en specifieke nieuwe cyberrisico’s op in de biotechnologie. Denk aan de informatieveiligheid van DNA-databanken, bescherming van privacy, betrouwbaarheid van communicatie van DNA-sequenties tussen ontwikkelaars, labs en andere stakeholders, maar ook aan het aanpassen van de code van het leven, per ongeluk of met kwade intenties.
Dit roept een vrij fundamentele vraag op: hoe beschermen wij de code van het leven? Weliswaar nemen volwassen pharma- en biotechbedrijven dit risico uit welbegrepen eigenbelang serieus, toch staat het denken over en reguleren van cyberbiosecurity in de kinderschoenen, ook in sectoren als de zorg, landbouw, maakindustrie en defensie. Juist in tijden van corona is de noodzaak om daaraan te werken existentieel.
‘Het roept een vrij fundamentele vraag op: hoe beschermen wij de code van het leven?’
Continue reading 85e FD Column: Cyberbiosecurity – wie beschermt de code van het leven?