Deze column staat in Het Financieele Dagblad van 27 december 2018. Volg deze link voor mijn eerdere FD columns.
Soms zijn feiten gekker dan fictie. Na een nogal onfortuinlijke samenloop van omstandigheden, besliste een Rotterdamse kantonrechter onlangs dat een dame het huwelijkscadeau aan haar nichtje moet teruggeven aan de Bijenkorf, of €40.000 moet betalen aan het warenhuis.
De Bijenkorf had op haar website een diamanten ketting van Cartier wel heel scherp geprijsd: €402 in plaats van de daadwerkelijke prijs van €40.200. Suikertante had het buitenkansje – de ‘Panthère de Cartier’, uitgevoerd in witgoud, met 176 briljant geslepen diamanten, onyx en smaragd van 1.23 karaat – gezien en meteen gegrepen.
Spannender dan het oordeel, is het bewijsaanbod dat de Bijenkorf in de rechtszaal aan de dienstdoende rechter deed. Uit het online shopgedrag van de dame zou volgens de Bijenkorf blijken, dat zij vaker shopte naar kettingen en dus niet mocht vertrouwen op de kapitale tikfout. Met dit bewijsaanbod geeft de Bijenkorf zelf prijs hoezeer het warenhuis haar klanten online achtervolgt. Daarnaast past het bewijsaanbod in een trend. De rol van data in de bewijsvoering in civiele procedures neemt in rap tempo toe.
In de nasleep van de kerstinkopen spreken de feiten uit deze ongelukkige procedure tot de verbeelding. De dame in kwestie maakt het allemaal nog ietsje smeuïger. Zij had gewoon via Google gezocht naar ‘panter’ en ‘ketting’ omdat haar nichtje erg van panters houdt, en was zo op 30 maart op de onbedoelde monstersale op de site van de Bijenkorf terechtgekomen.
Ze schafte het juweel meteen aan, kreeg een ontvangstbevestiging per e-mail en haalde de diamanten panter de dag erna op in de Cartier boutique in de Amsterdamse vestiging van de Bijenkorf. Hoe moest zij nu weten dat de Bijenkorf een tikfout had gemaakt? Bovendien kan zij de hanger niet meer teruggeven, omdat haar nichtje het juweel na haar trouwdag was kwijtgeraakt.
Klantenspionage
Uit het vonnis van de kantonrechter blijkt dat de Bijenkorf niet in eerdere processtukken, maar pas op de zitting van 22 oktober aanbood het verhaal van mevrouw te weerleggen met de versie van haar afdeling ‘Klantenspionage’.
Bijna zeven maanden na de transactie bood de Bijenkorf dus aan te bewijzen dat het internetgedrag van mevrouw niet strookt met haar verklaringen. Volgens de Bijenkorf blijkt uit (haar) onderzoek ‘dat vanaf het IP-adres waarvan de ketting is besteld vaker op Cartier producten is gezocht’.
Maar, er is meer: ‘daarnaast (zocht mevrouw) ook op Gucci producten die in dezelfde prijscategorie vallen’. Helaas gaat het vonnis niet dieper in op dit bewijsaanbod, omdat de rechter op grond van andere argumenten het oordeel velt dat de gemiddelde consument had moeten begrijpen dat zo’n diamanten Cartier collier ietsje duurder is. Mogelijk deed het verhaal dat haar nichtje de ketting op haar trouwdag in Marokko was kwijtgeraakt, de wenkbrauwen van de rechter ook fronsen.
Internetadres
Toch werpt het bewijsaanbod de vraag op hoe de Bijenkorf bijna zeven maanden na het voorval nog kan terughalen vanaf welk internetadres een ketting is besteld, en vooral ook welke delen van de website het internetadres in kwestie nog meer heeft bezocht.
Net als iedere website, plaatst de Bijenkorf bij websitebezoek via de webbrowser cookies op de computer van de shopper om het internetgedrag te volgen. In het privacybeleid van de Bijenkorf staat dat cookies maximaal zes maanden bewaard worden. Hoe kon de Bijenkorf dan bijna zeven maanden later dit onderzoek aanbieden?
Daarnaast dient een bezoeker op basis van onze strenge telecommunicatie- en privacywetten voor tracking cookies altijd ondubbelzinnige en volledig geïnformeerde toestemming te geven. Als mevrouw niet had geaccepteerd dat de Bijenkorf haar online zoekgedrag systematisch monitort, dan had de Bijenkorf nooit dit bewijsaanbod kunnen doen. Waarschijnlijk had de Bijenkorf het aanbod ook niet kunnen doen, als zij haar eigen beleid voor bewaartermijnen van surfgedrag strikt had nageleefd.
Al surfend klikken wij honderd keer per dag op ‘akkoord’ en laten ons zo achtervolgen door toekomstige procespartijen
Kennelijk gebruikt de Bijenkorf onze datasporen niet alleen voor gepersonaliseerde advertenties, maar ook om in juridische procedures een bewijspositie op te bouwen. Van diamanten kettingen tot miljardenprocedures, in procedures komen onze digitale sporen steeds vaker terug, om te bewijzen waar je was, wat een werknemer uitspookt of om aan te tonen dat een wederpartij wel degelijk iets moet hebben geweten, in weerwil van de eigen verklaringen.
Privacyregels
De Hoge Raad en in zijn voetspoor alle burgerlijke rechters prioriteren in hun oordeel namelijk vrijwel altijd de waarheidsvinding boven de rechtmatigheid van aangeboden bewijs. De strafrechter is daar veel principiëler in, omdat de grondrechten van burgers bij overheidsingrijpen een traditioneel sterkere rol spelen.
De rechter zou dus weinig gewicht toekennen aan een verweer dat de Bijenkorf de strenge privacyregels heeft overtreden. Mevrouw kan klagen bij de Autoriteit Persoonsgegevens, die het druk genoeg heeft en hoogstens een streng briefje stuurt aan de Bijenkorf. Had de rechter het bewijsaanbod wel beoordeeld, dan stond mevrouw met 0-1 achter.
Data geven steeds vaker de doorslag in civiele zaken. Al surfend op het web klikken wij honderd keer per dag zonder na te denken op ‘akkoord’ en laten ons zo achtervolgen door tientallen onbekende advertentienetwerken en toekomstige procespartijen. Wij zijn allemaal shoppers, werknemers en ooit eens een keer een procespartij. In 2019 wordt het allicht tijd wat terughoudender om te springen met ons akkoord op online achtervolging. Je verzint het niet in wat voor knettergekke procedures je ooit terecht kan komen.