Deze column staat in Het Financieele Dagblad van 23 november 2022. Volg deze link voor mijn eerdere FD columns.
Het Ubo-register leidde tot controverse, vooral onder rechtspersonen die in Ubo staan, maar nu acht het EU-Hof de noodzaak voor totale openbaarheid onvoldoende bewezen. Volgens Axel Arnbak toont de beperking van de toegang tot het Ubo-register aan dat tijdperk van datawillekeur voorbij is.
Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad
Dinsdag verbood het Hof van Justitie van de Europese Unie de openbare toegankelijkheid van het Ubo-register, waarin de persoonsgegevens van bedrijfseigenaren en aandeelhouders van rechtspersonen via het internet te raadplegen zijn. De Belastingdienst en opsporingsdiensten kunnen voor witwas- en fraudebestrijding een afgeschermd Ubo-register blijven raadplegen. Maar het openstellen ervan voor het brede publiek behelst een te ernstige privacyschending van miljoenen Europeanen.
Na vergelijkbare uitspraken over openbare registers met data van ontvangers van landbouwsubsidies, en niet-openbare dataverzamelingen van vlucht- en telecomgegevens, trekt het EU-Hof met de Ubo-uitspraak de lijn door die het in 2010 inzette. Wetgeving die privacy van burgers aantast, vergt een concrete aanleiding en precisie. Het tijdperk van datawillekeur is voorbij. Het EU-Hof zal niet aarzelen de wetgever te corrigeren, als wetgeving wordt aangenomen die het registreren of verzamelen van persoonsgegevens verplicht stelt, zonder beperking en bewijs dat de ingreep op digitale vrijheid noodzakelijk is. Continue reading 104e FD Column: EU-Hof waakt met Ubo-uitspraak voor datawillekeur