84e FD Column: Vergeten grondrechtenverjaardag EU verdient feest

Deze column staat in Het Financieele Dagblad van 11 december 2020. Volg deze link voor mijn eerdere FD columns.

Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad

In het kort
* Handvest EU-grondrechten bestaat 20 jaar.
* Het jubileum krijgt nauwelijks aandacht.
* Toch heeft het Handvest in de EU een grote en groeiende impact.

Jubilea zijn er om stil te staan bij het werk en leven van de jubilaris. Maar het 20-jarige bestaan van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gaat aan alles en iedereen voorbij. Toch stond het Handvest in de afgelopen decennia symbool voor de recente Europese geschiedenis. Het groeide bovendien uit van politieke speelbal en schandpaal tot allicht de belangrijkste bron van politieke, economische en sociale vrijheid in de EU.

Dat blijkt niet alleen uit de uitspraken van het Europese Hof van Justitie op basis van het Handvest, die vooral recent aan gezag en tempo winnen. Ook tijdens de intense, maar grotendeels vergeten, debatten over de tekst van het Handvest zijn bestaande rechten versterkt en nieuwe rechten verworven, zoals gendergelijkheid en databescherming. Wie die rijke geschiedenis van het Handvest niet kent of viert, is gedoemd die debatten te herhalen – ook al zijn de rechten die het Handvest biedt gewoon binnen juridisch handbereik.

Optimisme en eurokritiek
De totstandkoming van het Handvest was veelbelovend. In juni 1999 proclameerden de Europese regeringsleiders een Conventie belast met het opstellen van het Handvest. Al in oktober 2000 deden de afgevaardigden van nationale overheden en parlementen, van de Europese Commissie en van het Europees Parlement hun voorstel in de brievenbus. Een paar maanden later waren de benodigde krabbels gezet en vond de plechtige afkondiging van het Handvest plaats in het Verdrag van Nice van 7 december 2000.

Euro-optimisme en zelfvertrouwen vierden hoogtij, getuige de eerste zin van het Handvest: ‘De volkeren van Europa hebben besloten een op gemeenschappelijke waarden gegrondveste vreedzame toekomst te delen door onderling een steeds hechter verbond tot stand te brengen’. Andere tijden.

‘Praesidiumpresident Roman Herzog kwam met de tenenkrommende concessie gendergelijkheid te beperken tot arbeid’

Het Handvest had tot een volwaardige Grondwet voor Europa moeten leidden, maar na het Franse en Nederlandse ‘nee’ bij het Europese referendum van 2005 leek het einde oefening. Door behendige juristerij van toenmalig Commissievoorzitter José Manuel Barroso kreeg het Handvest, via het Verdrag van Lissabon van 2007, vanaf 1 december 2009 toch rechtskracht. Vanwege deze ‘machtsgreep van de politieke elite’ lusten eurosceptici de vrijheidscatalogus van meet af aan rauw. Paradoxaal genoeg hebben diezelfde elites in de praktijk juist last van het Handvest, en beschermt het gewone burgers van vlees en bloed, voor wie dezelfde eurokritische populisten zeggen op te komen, tegen die macht. Hoe dan ook, die roerige begintijd verklaart misschien de collectieve vergetelheid rondom het Handvest.

Gendergelijkheid
Behalve in de wetenschap. Ter gelegenheid van het jubileum zijn de vergeten achtergrondstudies – de travaux préparatiores – van de 54 rechten uit het Handvest voor het eerst gebundeld. Die achtergrondstudies, en de bijbehorende analyses van onderzoekers Niall Coghlan and Marc Steiert, werpen een fascinerend licht op de ontstaansgeschiedenis en de uiteindelijke betekenis van die rechten.

Neem de inspirerende strijd voor gendergelijkheid, nog steeds actueel en urgent. Het complete Praesidium van de Conventie, verantwoordelijk voor het opstellen van het Handvest, en het overgrote deel van de delegaties, was man. Tot de allerlaatste onderhandelingen in september 2000, ontbrak een bepaling over gendergelijkheid en was de tekst geschreven in de mannelijke vorm. Het lukte organisaties als de Association des Femmes de l’Europe Méridionale en de European Women’s Lobby alle vrouwelijke delegatieleden van de Conventie te laten dreigen met ontslag.

Praesidiumpresident Roman Herzog, toen net afgezwaaid als president van Duitsland, kwam met de tenenkrommende concessie gendergelijkheid te beperken tot arbeid, in plaats van alle vrijheden. Gelukkig bevestigt artikel 23 van het Handvest universele gendergelijkheid en zelfs dat ‘de specifieke voordelen worden ingesteld ten gunste van het ondervertegenwoordigde geslacht’. Iedereen die strijdt voor gendergelijkheid kan zich direct beroepen op dat artikel en die wetsgeschiedenis. Activisme loont.

De reikwijdte van het Handvest vormde nog zo’n brandende kwestie: gelden de grondrechten alleen voor Europese burgers met geldig paspoort, voor iedereen op Europees grondgebied (denk aan immigranten), voor Europese bedrijven, of universeel? Tot een maand voor afronding was het simpelweg ‘iedere persoon’. Uiteindelijk bleek die algemene benadering, afgezet tegen nationale grondwetten, een stap te ver. Die reikwijdte blijkt nu uit de specifieke bepaling. Ellenlange politieke debatten zijn daarmee vaak onnodig.

Denk aan de nasleep van de Snowden-onthullingen, toen de vraag opkwam of alleen Europeanen of alle wereldburgers onder het Handvest bescherming genieten tegen spionagepraktijken door EU-lidstaten. In het Handvest staat bij die bepaling gewoon ‘eenieder’.

Impuls
Net als aan vele grondrechten, heeft het Handvest aan privacy en databescherming een impuls gegeven. Het EU-Hof verpulverde in recente jaren de complete EU-richtlijn bewaarplicht telecommunicatiegegevens (Digital Rights Ireland), twee controversiële bilaterale datadeals tussen de EU en de Verenigde Staten (Schrems I en Schrems II), en formuleerde een nieuw ‘recht om vergeten te worden’ in de geruchtmakende zaak tegen zoekmachine Google (Costeja).

Allemaal dankzij het Handvest. En die impact zal alleen nog maar groeien, nu de rechtspraak van het EU-Hof volwassener wordt. Wellicht komt Europese broederschap nog wat vroeg. Toch verdient het jubilerende Handvest geen vergetelheid, maar feest.